Afkomstig uit een links nest, en al sinds haar middelbare schooltijd bezig met klimaat en politiek, heeft deze politica zich nu vastgebeten in een taai en belangrijk dossier: de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). ´Ik zorg ervoor dat er in de raad ook gesproken wordt vanuit het perspectief van degenen die de zorg ontvangen.´

´Als je ongezond bent, heb je ineens te maken met een aantal grote, logge instanties waar je afhankelijk van bent. Dat is als eerste de gemeente, of als je moet stoppen met werken, kom je in aanraking met het UWV. Dan is er het ziekenhuis, de verzekeraar. Je hebt misschien voorzieningen en medische spullen nodig. In al die systemen ben jij een kleine klant, maar jij bent wel afhankelijk van hen om te functioneren. Je voelt je een nummer. Je moet overal achteraan bellen en wachten tot je geholpen wordt aan de zaken waar je recht op hebt. Het is een dagtaak om alles geregeld te krijgen.´

Dat dit een moeilijk proces is, maakte Hagelaar mee tijdens haar eigen WMO aanvraag. Hagelaar lijdt aan het Ehlers-Danlos syndroom, een zeldzame erfelijke bindweefselafwijking, waardoor ze medische hulpmiddelen als een rolstoel nodig heeft. ´Het was vooral een bevestiging van de verhalen die ik al hoorde. En mijn eigen ervaringen versterken het gevoel van afhankelijkheid. Daarom zie ik in de raad ook deze onderbelichte kant van de zorg - het gaat er vooral om controle, besturing, financiën, maar de vraag hoe het is voor bewoners om met al deze instanties om te gaan, wordt te weinig gesteld.´

Internationale klimaatconferentie

Hagelaar´s vader was ook raadslid en wethouder, dus politiek en maatschappelijke betrokkenheid kreeg ze van thuis mee. Als 14-15-jarige ging ze mee naar een internationale jongeren klimaatconferentie. ´Ik had gereageerd op een oproep, maar was dat al lang weer vergeten. Toen belde het ministerie ineens of ik naar Den Haag wilde komen. Mijn ouders waren in shock. Ik werd eerste reservekandidaat, en een jaar later mocht ik als kandidaat mee naar de volgende editie in Bonn.´ Ze ging ook naar edities in Marokko en India. ´Tegen die tijd waren we verenigd in een organisatie, en mochten we als jongeren delegatie een bijdrage leveren in het Engels aan de aanwezige wereldleiders.´

Na haar studie in Sittard en de geboorte van haar eerste kind, werd Hagelaar lid van GroenLinks. ´Ik wilde maatschappelijk iets bijdragen, en politiek was voor mij een bekende wereld. Bovendien was het goed te combineren met jonge kinderen. Het werk is vooral ´s avonds en dan is mijn man thuis.´

´Als je het idee hebt dat je de wereld gaat verbeteren, moet je niet de politiek in gaan.´

De politiek is niet geschikt voor iedereen, zag Hagelaar. ´Als je het idee hebt dat je de wereld gaat verbeteren, moet je niet de politiek in gaan. Het gaat langzaam, het is taai en voorstellen worden vaak weggestemd. Als je denkt: ´Ik ga het snel verschil maken, dan zijn er andere manieren, zoals actievoeren op straat, of lobbyen. In een fractie moet je ook over andere dingen beslissen. Je krijgt te maken met politieke verhoudingen, budgetten. Als je snel verandering wil, brand je af in de politiek. Dat is zonde van je energie.´

´Ik raad mensen ook altijd aan, meld je bij een partij en kijk eerst of het bij je past. Er zijn veel leden die gedurende de raadsperiode stoppen, of na hun raadsperiode het niet nog eens vier jaar willen doen. Bij het begin van de huidige periode, was meer dan de helft van de leden nieuw.´

Waarom Hagelaar het wel volhoudt? ´Ik heb geduld, en ik ben van de lange adem. Ik ben ook niet naïef ingestapt. Ik probeer zaken duurzaam te veranderen door beleidsstandpunten anders vast te leggen.´ Tegelijkertijd is ze zich bewust van het slechte imago van de politiek. ´De gemeente, het stadhuis wordt vaak als een geheel gezien. Of je nu lid bent van de gemeenteraad of ambtenaar bent, voor veel inwoners ben je de gemeente. Mensen spreken zich soms uit tegen de gemeente - en dat is ook goed - maar dat doen ze vooral wanneer er dingen mis zijn gegaan. Als het goed met je gaat, heb je het stadhuis immers niet nodig. Als gemeenteraad sta je los van het stadsbestuur, en doe je je best om gesprekken te voeren met inwoners. Maar die hebben soms ook weer bijna onrealistische verwachting van wat je kan doen, want het is heel ingewikkeld om problemen op te lossen en dingen te verbeteren. Als raad willen we graag luisteren, maar dat betekent weer niet dat we allemaal gaan doen wat inwoners willen.´

Digibeet

Vanaf het begin van haar raadsperiode hield Hagelaar zich bezig met toegankelijkheid en inclusie. ‘Toegankelijkheid - en dan heb je het over stoepen en straten in de stad - kan altijd beter, al is die in Almere niet zo slecht als in veel oude steden. Toch zijn stoepen hier ook of te smal, of slecht onderhouden, of je kunt met een rollator of rolstoel de stoep niet af, waar je moet oversteken. Inclusie is ook begrijpelijke taal gebruiken. Als je digibeet bent, kun je dan nog de informatie krijgen die je nodig hebt. Er wordt vaak verwacht van mensen dat ze alles online kunnen opzoeken. Maar sommigen hebben hier niet de middelen voor, of ze weten niet hoe het werkt.´

Het doel van de wet maatschappelijke ondersteuning - WMO - is ook dat iedereen mee kan doen in de maatschappij. Hagelaar: ´De vraag is: wat heeft iemand nodig. Dan kan zijn dat het huis wordt opgeruimd, of hulp komt met de administratie, tegen stress of eenzaamheid. En mensen krijgen in het kader van die wet ook voorzieningen als rolstoelen en trapliften. Sinds 2015 is de gemeente verantwoordelijk gemaakt voor de uitvoering van deze wet. Deze overdracht ging wel gepaard met bezuinigingen, want het rijk ging ervan uit dat de gemeente dit goedkoper kon doen. Nu blijkt dat dit niet zo is.´

Alarmbel

Dit komt vooral naar voren bij de herindicaties, een proces dat nu ook in Almere gaande is. ´Tot nu toe was het zo dat als je zorg kreeg via de WMO, je een pakket toegewezen kreeg. Binnen dat arrangement, kon de zorg nog enigszins schuiven, zoals minder huishoudelijke hulp maar wel meer dagbesteding. Toen heeft rechter beslist, dat alle mensen met zo´n arrangement, een urenindicatie moeten krijgen. Er komen nu bij mij verhalen binnen van gevallen waar die herindicaties helemaal verkeerd gaan. Cliënten die in januari 20 uur begeleiding kregen, en vanaf februari nog maar 10 uur. Zo´n abrupte wijziging is een echte verandering in het leven van iemand. Dus gaat er bij mij dan een alarmbel rinkelen; hoe kan dit? Stellen we wel eerlijke indicaties en zijn de consulentes die deze opstellen wel voldoende opgeleid?

Een ander belangrijk onderwerp voor de komende jaren is de woningnood, zegt Hagelaar. ´En bij mij gaat het er dan specifiek over hoe je voldoende woningen bouwt voor mensen die zorg nodig hebben, zoals invalide- of seniorenwoningen. Als instellingen moeten sluiten - zoals het Rijk heeft besloten - dan hebben we die woningen ook nodig. Instellingen zijn duur en niet altijd de beste oplossing voor de bewoners, maar nu kunnen ze vaak niet zelfstandig wonen, want er zijn geen huizen.´

Inmiddels is de cultuur in de raad wel harder geworden, zegt Hagelaar, net als de tegenstellingen in de maatschappij. ´Toch constateer ik ook dat de raad uit een groep mensen bestaat met idealen en ideeën over hoe zaken het beste geregeld kunnen worden, en die zich daarvoor inzetten. Het gaat er ons nog steeds om hoe we de stad zo groen en duurzaam mogelijk houden. Hoe de zorg betaalbaar blijft in de toekomst. De stad gaat heel hard groeien - en wij proberen de leefbaarheid van Almere overeind te houden. ´