Het is van groot belang om de opvang van vluchtelingen in Almere goed te regelen, zodat mensen die afschuwelijke dingen hebben meegemaakt snel de gelegenheid krijgen om hun leven weer voort te zetten. Wanneer een verblijfsvergunning wordt verleend, moet ook de overheid de inburgering goed  begeleiden. Dit helpt mensen die gevlucht zijn om zo snel mogelijk weer een normaal bestaan op te bouwen in Nederland. 

Het huidige systeem, waarbij mensen met een verblijfsvergunning (statushouders) zelf verantwoordelijk zijn om een taalcursus te volgen, werkt niet goed. Er wordt vaak geld geleend voor taallessen zonder dat deze lessen leiden tot het gewenste taalniveau. De gevolgen voor veel mensen zijn erg problematisch geweest, onder meer omdat mensen werden verleid om een lening af te sluiten. Dit systeem gaat uit van een niet bestaande zelfredzaamheid en leidt tot veel stress en schulden bij mensen in een kwetsbare situatie. Gelukkig wordt hier van afgestapt. 

Nieuw beleid

De nieuwe wet inburgering, die 1 Juli 2021 in zou gaan, is vertraagd, wat niet veel goeds beloofd. In het nieuwe beleid is de overheid in ieder geval de eerste 6 maanden verantwoordelijk voor het huisvesten en voorzien van een basaal inkomen voor statushouders. Dit is beter geregeld dan in het huidige systeem. Tegelijkertijd is er ook een zwaardere taal-eis, die gebaseerd is op een onrealistische verwachting van het leervermogen van statushouders. Het is natuurlijk goed om de Nederlandse taal te kunnen spreken, lezen en schrijven, maar het is algemeen bekend dat gedurende een mensenleven het vermogen om een nieuwe taal te leren afneemt. Voor oudere statushouders zou dit dus opnieuw een probleem kunnen opleveren in de toekomst.

Een ander risico van de nieuwe wetgeving is dat de verantwoordelijkheid voor de integratie bij de gemeente komt te liggen. Het gevaar is dat bij deze decentralisatie er een mismatch tussen de opgave en de vergoeding vanuit het Rijk ontstaat. Dit hebben we ook gezien met de decentralisatie van bijvoorbeeld de jeugdzorg en andere zaken. Hierbij kreeg de gemeente veel nieuwe taken, maar onvoldoende middelen.

Wat GroenLinks betreft mag deze decentralisatie niet ten koste gaan van de rechten van statushouders. Dit is ook niet in het belang van de samenleving op de lange termijn. Het moet duidelijk zijn aan welke eisen de plannen van de gemeente, als uitvoerder, moeten voldoen. En aan deze randvoorwaarden moeten alle plannen getoetst worden. 

Rechten en plichten

Een voorbeeld van zo’n randvoorwaarden is dat er voldoende duidelijkheid moet zijn over de rechten en plichten die statushouders hebben. Hierbij moet informatie in alle benodigde talen en wijze beschikbaar zijn, ook voor analfabete en/of audio visueel beperkte mensen bijvoorbeeld. Een tweede voorbeeld is dat lessen op verschillende wijzen moeten worden aangeboden, met voldoende diversiteit van niveau en snelheid. GroenLinks vindt het ook belangrijk dat kwaliteit en resultaten leidend zijn bij de inburgering, en niet de laagste kosten. Slecht taalonderwijs betekent op de langere termijn een extra kostenpost voor de samenleving. 

In de nieuwe wetgeving vanuit de landelijke politiek wordt benadrukt dat mensen beboet moeten worden als zij zich onvoldoende inspannen. Hierbij is wat GroenLinks betreft het essentieel dat er voldoende bewijslast is dat iemand zijn voortgang van integratie bewust frustreert. Boetes moeten nooit automatisch kunnen worden opgelegd. Het moet duidelijk zijn op welke gronden boetes worden uitgedeeld en hoe deze aangevochten kunnen worden. 

Integratie is vanzelfsprekend

Voor GroenLinks staat voorop dat integratie een vanzelfsprekendheid is. Het is immers in ons eigen belang, en dat van de samenleving. Rechtse paranoia over kwaadwillende buitenlanders mag nooit de basis zijn voor beleid. Daarom moet zeer nauwlettend worden gekeken naar de wijze waarop statushouders worden behandeld. Gezien de moeite die sommige mensen, die hun hele leven lang in Nederland wonen, hebben met het begrijpen van de regels vanuit de overheid, kan je niet verwachten dat nieuwkomers die de taal niet goed begrijpen, het wel direct altijd goed doen. 

Als er één les getrokken kan worden uit de kindertoeslag affaire, is het wel dat een overheid nooit automatisch schuldigen mag aanwijzen. Er moeten mogelijkheden zijn om rekening te houden met individuele omstandigheden. Mensen moeten hun onschuld of onwetendheid kunnen aantonen, anders zullen er weer vele mensen in de schulden en ellende eindigen, dankzij een strenge en onverzoenlijke overheid. Laten we de nieuwe wet inburgering gebruiken om een humaan en effectief beleid te voeren. Wij zouden dat zelf ook willen tegenkomen, mochten wij ooit moeten vluchten uit ons land.