Almere heeft een goede inrichting van de openbare ruimte, die ook gericht is op voetgangers en fietsers. Er is veel groen om in te wandelen en er zijn veel paden waarop door heel Almere kan worden gefietst. Almere als geheel leent zich om te sporten en bewegen, en dit maakt sport laagdrempelig.
Maar het feit dat de mogelijkheid er is om te sporten en bewegen, wil niet zeggen dat iedereen het ook doet. De Sportnota die het college heeft opgesteld maakt onvoldoende duidelijk hoe mensen kunnen worden verleid om hier actiever mee bezig te zijn. Daar komt uiteraard nog bij dat niet iedereen in Almere dezelfde mogelijkheden heeft om te sporten: in achterstandswijken wordt er minder gesport omdat men het geld er gewoon niet voor heeft, of omdat hun hoofd er niet toe staat vanwege allerlei problemen. Er is sprake van sportarmoede in Almere en een ongelijke verdeling over de wijken. GroenLinks vindt dat hier meer geld naartoe moet, zodat kinderen in armoede dezelfde kansen krijgen om te sporten. Dit is ook van belang voor een gezond leven: Almeerders zijn in vergelijking met andere steden te dik. Hier worden in de Sportnota te weinig doelen aan gesteld en er wordt te weinig op gestuurd.
Een ander apart detail aan de nota is dat er wordt gesproken over sportverenigingen en andere sportaanbieders, maar niet over sportscholen, terwijl men bijna struikelt over hoeveel sportscholen er in Almere staan. Ook deze verdienen aandacht in dit stuk.
Tenslotte geeft het college aan aandacht te hebben voor inclusiviteit. Daar verstaat GroenLinks onder dat gebouwen ook goed toegankelijk zijn. Dit is echter niet het geval. Zo is het Topsportcentrum voor mensen met een rolstoel bijvoorbeeld zeer onvriendelijk: geen enkele deur is er zelfstandig te openen. Wij zullen hiervoor een motie of amendement indienen, want als het adagium is dat iedereen moet kunnen meedoen, dan zou dit absoluut niet moeten kunnen.
- Willy-Anne van der Heijden, raadslid GroenLinks Almere