De woningcrisis is overal in Nederland voelbaar en raakt iedereen. Driekamerwoningen waar gezinnen met zes familieleden leven, zijn allang geen uitzondering meer. Stellen die de dertig net hebben aangetikt, wonen nog bij hun ouders. Mensen belanden noodgedwongen op straat belanden. Een eigen woning is voor veel mensen niets meer dan een onbereikbare droom geworden, en voor een steeds grotere groep een onbetaalbare nachtmerrie.
TORENHOGE AMBITIE
De wooncrisis raakt het hele land, want de ruimte is schaars. Dat geldt zeker voor de regio van Schiphol, waar bijna 3 miljoen mensen wonen, van Katwijk tot Lelystad. Het huidige kabinet heeft daarom een torenhoge ambitie uitgesproken in het Nationaal Bouwplan: vóór 2031 moeten er 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd, waarvan 250.000 in de regio Amsterdam.
Maar bij het oplossen van de wooncrisis zit het gigantische vliegveld, letterlijk, in de weg. Terwijl het kabinet grote ambities heeft, is het door alle restricties vanwege het vliegverkeer lastig plekken te vinden om betaalbare woningen te kunnen bouwen. Bij een vermindering van het aantal vluchten op Schiphol zou er veel meer ruimte zijn voor nieuwbouwwoningen. Uit onderzoek van To70 blijkt dat als de luchthaven krimpt tot tussen de 300.000 tot 400.000 vliegbewegingen, er een potentieel is van 70.000 tot 167.000 extra woningen in de regio, een gigantisch aandeel van de vraag.
De keuze tussen vervuilende vluchten of nieuwe woningen is snel gemaakt, zou je denken, maar tot nu toe gaat het belang van Schiphol steeds voor. Bijvoorbeeld bij de streep die is gehaald door de bouw van 4000 woningen in Kronenburg. En in het Schinkelkwartier in Amsterdam kunnen 11.000 geplande woningen niet zonder maatregelen worden gebouwd.
En alsof dat nog niet genoeg is, staat ook de stikstofuitstoot van de luchthaven de woningbouw in de weg, zo bevestigt de uitspraak van de Raad van State. Er is maar één oplossing: minder vliegen. Dat leidt tot minder uitstoot van CO2, fijnstof en stikstof. Ook de opening van Lelystad Airport moet wat ons betreft daarom van tafel.
Daarom vinden wij dat we moeten inzetten op ‘eerlijke krimp’ van Schiphol. Het uitgangspunt bij het schrappen van vluchten moet zijn om meer ruimte te creëren voor woningbouw in de gemeenten rondom Schiphol en tegelijkertijd om overlast en alle vormen van uitstoot zoveel mogelijk te verminderen. Daarom moet de luchthaven krimpen tot tussen de 300.000 tot 400.000 vliegbewegingen.
SCHRAPPEN IN VLUCHTEN
Wat ons betreft beginnen we bij het schrappen van vluchten in en aan de randen van de nacht en investeren we fors in internationaal treinverkeer, dat daardoor een betaalbaar en aantrekkelijk alternatief biedt. Daarom is het ook terecht om te investeren in meer ruimte op het spoor rond Schiphol, zolang dit maar meer ruimte biedt aan internationaal treinverkeer.
De verdeling van de resterende vluchten over de landingsbanen moet zo ingezet worden dat de leefbaarheid verbetert en dat er meer woningen gebouwd kunnen worden. De luchtvaart mag geen aparte status meer hebben in ruimtelijke regelgeving. Dat betekent duidelijke grenzen en echte handhaving; niet door Schiphol zelf maar door het rijk, met inzicht en controle door lokale overheden. Ook bestaande en toekomstige bewoners (woningzoekenden uit de regio) moeten zeggenschap krijgen over de inzet van de krimp.
Eerlijke krimp verbetert de leefkwaliteit in onze gemeenten en provincies en helpt in het bestrijden van de klimaatcrisis, ecologische crisis en wooncrisis. Hoe eerder we actie ondernemen, hoe sneller we werk kunnen maken van de oplossingen. We hebben geen tijd te verliezen.
Dit opinieartikel verscheen in dagblad Trouw.
LEES HET HELE MANIFEST 📚
Eerlijke krimp van Schiphol: minder vliegtuigen, meer woningen
DEZE ORPOEP IS ONDERTEKEND DOOR MEER DAN 50 VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VAN DE PVDA EN GROENLINKS IN DE REGIO SCHIPHOL ✍️
Bastiaan Minderhoud – raadslid PvdA Amsterdam
Nienke van Renssen – raadslid GroenLinks Amsterdam
Nicole van der Waart - Statenlid GroenLinks Noord-Holland
Jorrit Carton - Statenlid PvdA Noord-Holland
Amstelveen: Lennart de Looze (GroenLinks) en Rosalie Bouwman (PvdA)
Haarlemmermeer: Peter Boerman (GroenLinks)
Haarlem: Jasper Drost (GroenLinks) en Maarten Wiedemijer (PvdA)
Zaanstad: Natascha Stroo (GroenLinks) en Eylem Köseoglu (PvdA)
Velsen: MaartenJan Hoekstra (GroenLinks) en Ahmet Karateke (PvdA)
Zandvoort: Karim el Gebaly (GroenLinks) en Maaike Kooper (PvdA)
Ouder-Amstel: Femke Soppe (GroenLinks) en Jan Alberts (PvdA)
Heemskerk: Jos Burger (GroenLinks) en Eus Hes (PvdA)
Castricum: Gerard Brinkman (GroenLinks) en Jose Smits (PvdA)
Hilversum: Marleen Remmers (GroenLinks) en Femke van Drooge (PvdA)
Beverwijk: Teklas Hulscher (GroenLinks) en Bayram Geyzer (PvdA)
Waterland: Vincent Koerse (GroenLinks) en Petra van Lint (PvdA)
Gooise Meren: Freek Vos (GroenLinks) en Rolien Bekkema (PvdA)
Purmerend: Peter Zwart (GroenLinks) en Peter de Waal (PvdA)
Zandvoort: Karim el Gebaly (GroenLinks)
Bergen: Peter van Huissteden (PvdA)
Hillegom: Hilde de Hoog-Ferwerda (GroenLinks)
Heilo: Annemarieke Nierop (PvdA)
Eemnes: Marcus van Brink (PvdA)
Edam-Volendam: Pim Bliek (PvdA)
Almere: Esther Hagelaar (GroenLinks)
Diemen: Sofie Kuilman (PvdA)
Aalsmeer: Jelle Buisma (PvdA)
Uithoorn: Els Gasseling (PvdA) en Judith Beuse (DUS!)
Bodegraven-Reeuwijk: Merel van Dijk-Baak (GroenLinks)
Lelystad: Bas de Reus (GroenLinks)
Huizen: Margot Leeuwin (PvdA)
Alkmaar: Roy Seignette (GroenLinks)
Wormerland: Kees jan Hindt (PvdA)
Heemstede: Romee Pamijer (PvdA)
De Ronde Venen: Pieter Kroon (GroenLinks)
Landsmeer: Mark Jan Prins (PvdA)
Oostzaan: Frank Aan (PvdA)
Uitgeest: Anneke Terra (PvdA)