“De combinatie van beide termen in de naam, Groen en Links, sprak me aan. Ik wilde onderdeel zijn van een linkse beweging met een maatschappij kritische blik. De huidige status quo in de maatschappij is vaak niet eerlijk en geeft veel mensen geen kans. En wat betreft de groene kant, in Almere was ik mij altijd al erg bewust van de kwetsbaarheid van de natuur en de crisis van het klimaat."
Jong in Almere
Steenkamer groeide op in de Muziekwijk en zag toen al de problemen die hij nu als raadslid kan helpen oplossen. “Als jongeren in Almere misten wij al een levendig centrum met uitgaansmogelijkheden. Dat was toen, en nu nog, heel beperkt. Ik heb goede herinneringen aan Jeugdland en Stad en Natuur. En het feit dat wij naar school gingen met kinderen van alle rangen en standen heb ik ook altijd als positief ervaren. Net als de apart aangelegde fietspaden in Almere, waardoor je snel overal in de stad kon komen. Als je hier opgroeit, dan weet je niet beter, dan zijn die voorzieningen er gewoon. Totdat je naar een andere stad verhuist en je je realiseert dat we dit soort goede aspecten van Almere moeten beschermen.”
Toen Steenkamer opgroeide, speelden de problemen rond de bouw van het kasteel, en het verrijdbare podium op de markt. “Dus ook toen waren er al zaken op het stadhuis die beter konden. Op de middelbare school zat ik in een debatvereniging, en daar kwam ik vaak anderen tegen die nu ook in de politiek zijn gegaan, zoals Jerzy Soetekouw en ook Ulysse Ellian. We debatteerden toen al over klimaatverandering, de invasie van Irak en Afghanistan, en er waren debatten over integratie en de Islam. We zijn voor die debatten zelfs een keer naar het stadhuis geweest, een leuke voorbode voor wat zou komen.”
Steenkamer leerde de waarde van vrijwilligerswerk kennen door zijn inzet bij vakantiekampen. “Ik hielp mee met zeilkampen voor jongeren die in de verdrukking zaten, dus uit woongroepen, via Humanitas, of uit arme gezinnen, leefgroepen, weeshuizen en jeugddetentiecentra. Via ons konden ze op vakantie, terwijl ze heel weinig hadden, van de straat kwamen, en allerlei problemen hadden. Vaak waren ouders niet in beeld, en er waren verslavingsproblemen. Wij gingen met zijn allen op kamp waarbij we niets hadden, behalve een schep, een gasbrander en tent. Toch waren het fantastische dagen. Dan merk je wel hoe groot het verschil is tussen de bubbel van de hoogopgeleide mensen die in hun ivoren toren filosoferen over allerlei intellectuele vraagstukken, terwijl voor veel jongeren het leven zwaar en moeilijk is. Zij hebben allerlei problemen die ze moeten oplossen en zien geen toekomst.“
Tijd en Samenwerking
Vandaar dat jeugdbeleid hoog in het vaandel staat bij Raadslid Steenkamer “Zaken als een debatgroep, Jeugdland, zijn activiteiten die je kunnen vormen, maar je moet ook ergens kunnen wonen. Er zijn nu te weinig sociale huurwoningen en veel jongeren kunnen niet kopen. Daar heeft Almere niet echt een antwoord op. Wij zetten in op bouwen, maar dit gebeurd met vertraging, en intussen willen veel jongeren graag in Almere wonen. Zij zijn echt gedwongen op hun studentenkamer of bij hun ouders te blijven.”
“Ik probeer met dit soort vraagstukken altijd te redeneren vanuit de jongeren. Voor de woningen zetten wij in op versterking van het centrum en een focus op bouwen voor jongeren. Voor het nijpende gebrek aan stageplaatsen zoeken we naar manieren om deze digitaal te doen, of ruimte te maken in het stadhuis, of ziekenhuis. Als raadslid is je rol altijd beperkter dan je zou willen. Ik zou deze problemen graag zo op willen lossen, maar het kost altijd tijd en samenwerking.”
Een van de zaken die Steenkamer opviel in de gemeenteraad is de samenwerking tussen partijen. “Als je gesprekken voert met mederaadsleden, ontdek je dat ze over heel veel zaken vergelijkbaar denken. Er zijn natuurlijk uitzonderingen - de wereldvisie van de PVV vindt ik bijvoorbeeld onverdraaglijk - maar vaak zijn we het over de doelen eens. De nuance ligt dan in de uitvoering, en daar zie je de politieke historie van de verschillende partijen terug.”
Wietproef
De GroenLinks successen van de afgelopen tijd zijn legio. Zo diende de partij een aantal positieve moties in die aan de regionale energiestrategie van Almere bijdragen. “Almere loopt als stad voorop als het gaat om energie. Wij werken hier bijvoorbeeld aan de ondersteuning van eigen stroomopwekking buiten de energiemaatschappij om - via de gezamenlijke aanschaf van een buurtbatterij of initiatief om samen groen in te kopen - zoals gebeurt in Oosterwold en straks in de Floriadewijk. Dit soort experimenten zijn baanbrekende nieuwe manieren om stroom op te wekken, en ze zorgen voor nieuwe, groene banen.”
Samen met D66 heeft GroenLinks zich ook sterk gemaakt voor de wietproef in Almere. “Wij zijn principieel voorstander van het Experiment Gesloten coffeeshopketen. In de huidige structuur gaat al het geld naar de criminaliteit, en wij willen dat doorbreken. Almere kan daar met een beperkt aantal coffeeshops een eerste stap in zetten, en ik ben blij dat wij hier het voortouw kunnen nemen. We wachten nu op het rijk, en verwachten dat de proef begin 2021 kan beginnen.”
Almere loopt voor in veel zaken, maar achter in andere. Steenkamer noemt bijvoorbeeld het lerarentekort, dat hier erger is dan in de rest van Nederland. “Het feit dat kinderen niet de lessen kunnen krijgen die ze nodig hebben, en naar huis gestuurd worden, is mij een doorn in het oog. “
Werkeloosheid is ook een groot probleem, en dakloosheid. “Toen ik hier opgroeide, waren er misschien twee zwervers in de stad, nu zijn het er honderden. Dit komt deels door het rijksbeleid, dat de geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg heeft uitgekleed. Mensen die nu in een crisissituatie komen kunnen bijna niet meer geholpen worden. De manieren om uit problemen te komen – via de nachtopvang naar een integratietraject en woning, liggen stil doordat er te weinig woningen zijn. We zullen een nieuwe noodopvang moeten openen, maar in andere steden die dit hebben gedaan, lopen ook deze plaatsen vol. De oplossing begint met adequate zorg en verslavingszorg, en zorgen dat mensen bestaanszekerheid hebben.”
Remmende Voorsprong
Almere heeft soms last van de remmende voorsprong, met haar energiezuinige woningen en stadsverwarming. Dit betekent dat er nu minder grootschalige kapitaalintensieve projecten opgestart worden, zegt Steenkamer. “Maar we mogen wel trots zijn op de ruime en groene opbouw en structuur van de stad. Inwoners hebben ook hoge verwachtingen. Als je hier bijvoorbeeld bomen wil kappen wegens de essentaksterfte, krijg je een flinke discussie. Natuurlijk is de verbijstering van mensen die groen zien verdwijnen goed te snappen. De groene structuur is het pluspunt van deze stad.”
Wordt de reputatie van Almere beter? “Tegenwoordig spreek ik bijna niemand meer die Almere geen compliment geeft. Toen ik hier opgroeide, dachten mensen nog dat het vervelend voor je was dat je uit Almere kwam. Ik vergelijk het graag met Rotterdam. Die stad werd jarenlang uitgemaakt als het mindere broertje van Amsterdam, het wasde grote stad waar van alles ontbrak. Maar tegenwoordig zijn de meeste Rotterdammers gewoon trots. Dit is ook aan het ontstaan in Almere. De tijd van verexcuseren is voorbij.”