Aanleiding is de nieuwe regionale inkoopstrategie jeugdhulp vanaf 2027. Daarin wordt wel gesproken over ‘wachtlijstverzachting’, maar volgens Hagelaar en De Jonge ontbreken duidelijke en bindende afspraken. “Er wordt al jaren gepraat over begeleiding tijdens het wachten, maar het blijft vaak bij mooie woorden,” zegt Hagelaar. “Wij willen dat elk kind weet: ook als je wacht, sta je er niet alleen voor.”
Wachtlijstverzachting kan op verschillende manieren worden ingevuld. Er is een sociale variant, waarbij jongeren bijvoorbeeld meedoen aan sport, ontmoetingsactiviteiten of buurtinitiatieven. En er is een professionele variant, die wordt aangeboden door de zorgaanbieder waar de jongere al op de wachtlijst staat — dichter bij de echte behandeling.
GroenLinks en PvdA vinden dat het voorkomen van wachtlijsten altijd het doel moet blijven, maar erkennen dat wachttijden in de praktijk niet altijd te vermijden zijn. Daarom moet er, zolang jongeren wachten, altijd passende begeleiding beschikbaar zijn. Die ondersteuning moet aansluiten bij wat het gezin nodig heeft — en mag nooit verplicht worden opgelegd.
Volgens Hagelaar is dit hét moment om heldere keuzes te maken: “We weten allemaal dat wachten op hulp zwaar is. Juist nu er een nieuwe strategie wordt gemaakt, moeten we vastleggen dat niemand in die periode tussen wal en schip valt.”
De motie vraagt het college om bij de nieuwe inkoop van jeugdzorg bindende afspraken te maken over actieve wachtlijstverzachting. Daarbij moet duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen sociale en professionele begeleiding, zodat beide vormen beschikbaar blijven. Daarnaast willen GroenLinks en PvdA dat de gemeenteraad vóór de zomer van 2026 wordt geïnformeerd over hoe deze afspraken zijn vastgelegd en hoe de uitvoering wordt gevolgd.
Met dit voorstel willen de partijen ervoor zorgen dat wachttijd geen verloren tijd is — maar een periode waarin jongeren steun krijgen, kracht opbouwen en zich kunnen blijven ontwikkelen. “Een kind dat wacht op hulp, wacht niet met groeien,” aldus Hagelaar. “Dus moeten wij ook niet wachten met helpen.”