Er heerst al enige tijd grote onrust bij bewoners die in Almere aan het spoor wonen over de verdubbeling van het spoor en over het geplande vervoer van gevaarlijke stoffen over de Hanzelijn. GroenLinks is van mening dat vervoer van gevaarlijke stoffen onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt.
GroenLinks wil van het College weten hoe men omgaat met het geplande vervoer van gevaarlijke stoffen over de Hanzelijn vanaf 2013. Er heerst al enige tijd onrust bij bewoners die aan het spoor wonen over de verdubbeling van het spoor en over het geplande vervoer van gevaarlijke stoffen over de Hanzelijn.
Men wil weten in hoeverre hun leefgenot er op achteruit gaan en welke risico’s het vervoer van gevaarlijke voor hen met zich meebrengt.
GroenLinks wil dat het college duidelijk maakt welke positie de gemeente hierin inneemt. Naar verwachting zal dit kabinet voorjaar 2010 het tracébesluit Spooruitbreiding SAAL vaststellen. Naar verluidt is de verdubbeling van het spoor opgenomen in de Crisis- en Herstelwet, waardoor het beroepsrecht van de gemeente met name met betrekking tot het goederenvervoer beperkt zal worden.
GroenLinks is van mening dat deze ontwikkeling voor bewoners van Almere met name in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk onaanvaardbare risico’s met zich meebrengt.
In de nabije toekomst wordt er spoorboekloos gereden. Dit verdraagt zich slecht met goederenvervoer. De kans op ongelukken neemt daardoor toe. Bij het goederenvervoer gaat het ook om zeer gevaarlijke stoffen; brandbare gassen, lpg, propyleen, toxische gassen als ammoniak en chloor, brandbare stoffen; benzine. De bewoners vrezen dat vooral door dit goederenvervoer hun leefgenot erop achteruit zal gaan. Meer geluid, meer trillingen door zwaarder vervoer. Door sterkere magnetische velden ontregeling van apparatuur van bewoners die aan het spoor wonen. Er zijn alternatieven voor het goederenvervoer in de west-oostverbinding: de Betuwelijn of over het water.
GroenLinks wil van het college duidelijkheid wat men doet om de risico’s zoveel mogelijk te beperken, welke positie de gemeente heeft naar de landelijke overheid en dat het college daarover met de raad van gedachten wisselt.